Wat betekent het voor u?
We stappen op 1 juli 2027 over op de nieuwe regels voor pensioen. We krijgen dan een nieuwe pensioenregeling. De nieuwe regeling lijkt erg op de pensioenregeling die we sinds 2022 voor de werkende huisartsen hebben. Er blijft veel hetzelfde. Toch verandert er ook het een en ander.
- De pensioenregeling blijft een zogenoemde premieregeling. Daarin maken we geen afspraken over de hoogte van uw latere pensioen, maar over de hoogte van de premie nu. De premie die u inlegt wordt, na aftrek van kosten en risicopremies, uw pensioenkapitaal. Dat pensioenkapitaal beleggen we zo goed mogelijk voor u, en beweegt direct mee met economisch goede en slechte tijden. Uiterlijk bij uw pensionering wordt dat kapitaal gebruikt voor een maandelijks pensioen.
- Huisartsen blijven samen hun pensioen regelen en risico’s met elkaar delen.
- De pensioenleeftijd blijft 68 jaar.
- Deelnemers hebben nog steeds de keuze om eerder of later met pensioen te gaan.
- Er blijft een partnerpensioen voor een eventuele partner.
- Er blijft een wezenpensioen voor eventuele kinderen.
- Net zoals in de huidige regeling blijft u bij arbeidsongeschiktheid pensioen opbouwen zonder dat u premie hoeft te betalen.
- Voor huisartsen in loondienst blijft er sprake van een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen als aanvulling op een WIA-uitkering
- De opgebouwde pensioenen en de pensioenuitkeringen worden omgerekend en overgezet naar een pensioenkapitaal. Voor wie al pensioen ontvangt, wordt dit kapitaal gebruikt voor een maandelijks pensioen.
- De verplichte vaste pensioenpremie wordt lager.
- Deelnemers kunnen er vrijwillig voor kiezen om een extra premie-inleg van maximaal 6 procent in te leggen voor hun pensioen.
- Voor alle werkende huisartsen is er bij overlijden vóór de pensioendatum een partnerpensioen verzekerd. Alle werkende huisartsen betalen hier aan mee, ook degenen die in de huidige regeling geen partnerpensioen hebben meeverzekerd.
- De hoogte van het partnerpensioen (bij overlijden vóórdat het ouderdomspensioen ingaat ) wordt 15 procent van het pensioengevend inkomen. Hiermee is het partnerpensioen lager dan in de huidige regeling.
- Eerder met pensioen kan vanaf tien jaar voor de AOW-datum (dit was vijf jaar voor 68-jarige leeftijd).
- De resultaten, waaronder de beleggingsresultaten, worden direct verwerkt in de persoonlijke pensioenvermogens. Er is geen toeslagverlening (indexatie) meer.
- De nieuwe regeling krijgt voor pensioengerechtigden een ‘risicodelingsreserve’. Deze reserve wordt voor alle pensioengerechtigden samen gebruikt om sterke dalingen in uitkeringen te dempen.