Van waarnemer naar loondienst: de gevolgen voor pensioen

Steeds meer waarnemende huisartsen overwegen (parttime) in loondienst te gaan. Dit komt onder meer door de striktere handhaving op schijnzelfstandigheid. In loondienst gaan heeft gevolgen voor uw inkomen later. Waar moeten werkgevers en nieuwe hidha’s rekening mee houden?

De afgelopen jaren steeg het aantal waarnemende huisartsen fors. Maar door de handhaving op de Wet-DBA onderzoeken waarnemers vaker de mogelijkheden van loondienst. Het is dan ook belangrijk om te weten welke gevolgen deze overstap heeft voor pensioenopbouw.

1. Aanmelding bij het pensioenfonds

Gaat een huisarts in loondienst, dan is de werkgever verplicht om de nieuwe werknemer bij het pensioenfonds aan te melden. Dit moet gebeuren uiterlijk bij start van de werkzaamheden van de huisarts in dienstverband of de huisarts in opleiding. 

Aanmelden kan via het werkgeversportaal op onze website. Nieuwe werkgevers, die voor het eerst een huisarts in dienst nemen, kunnen via onze website inloggegevens aanvragen. 

Ook geeft de werkgever via dit portaal de hoogte van het vaste fulltime jaarsalaris aan ons door, het geschatte variabel jaarsalaris en het parttimepercentage. Deze informatie hebben wij nodig om de premie te berekenen. Werkgevers ontvangen daarna een nota.

2. Parttime blijven waarnemen

Als waarneemactiviteiten dalen omdat een huisarts deels in loondienst gaat, dan staat de pensioenpremie hierdoor niet in verhouding tot uw inkomsten uit waarnemingen. De pensioenpremie voor waarnemers wordt immers bepaald aan de hand van het inkomen en de gewerkte uren van drie jaar geleden.

Voor deze situatie kent ons pensioenreglement (art. 4.3.5) een uitzondering: vanaf het moment dat een huisarts het dienstverband aangaat en de drie daaropvolgende kalenderjaren mag de huisarts voor de waarnemingen een schatting doorgeven van het actuele waarneeminkomen en de uren. Hierdoor sluit de premie aan bij het inkomen als waarnemer en betaalt de huisarts niet dubbel voor haar of zijn pensioen.

Deze schatting wordt na drie jaren getoetst. Eventueel verschil met de daadwerkelijke winst en uren wordt dan verrekend.

3. De betaling van de pensioenpremie

Een waarnemer krijgt elke maand een nota van het pensioenfonds en betaalt zelf de premie. Gaat deze waarnemer in loondienst, dan krijgt de werkgever de nota voor de pensioenpremie die hoort bij het salaris. De werkgever betaalt deze namens de huisarts in loondienst. De helft van de premie wordt ingehouden op het salaris, de andere helft wordt door de werkgever betaald.

Let wel: huisartsen in loondienst blijven zelf verantwoordelijk voor de premiebetaling als de werkgever verzuimt in aanmelding of premiebetaling. Controleer als nieuwe hidha daarom of u bent aangemeld en of uw premie door de werkgever wordt betaald. 

4. De bepaling van het (pensioengevend) inkomen

Het inkomen is van belang voor het vaststellen van de hoogte van de pensioenpremie. Bij waarnemers baseren wij het inkomen op de winst uit onderneming van drie jaar geleden. Bij loondienst vormt het jaarsalaris van nu de grondslag voor het bepalen van de premie.

5. De hoogte van de pensioenpremie

Een waarnemer betaalt een iets lager percentage van het inkomen aan pensioenpremie: 23,94 procent om precies te zijn. In loondienst is dit 24,62 procent. Dit komt omdat huisartsen in loondienst een risicopremie betalen voor een arbeidsongeschiktheidspensioen.

Meer weten?

Voor de actualiteiten rondom de Wet-DBA en het einde van het handhavingsmoratorium verwijzen wij u naar de informatie van de overheid en de LHV.